Die Niederländisch-Reformierte Kirche Hollandscheveld (Provinz Drenthe). Eine kurze Geschichte des Gebäudes (Auszug)

von Albert Metselaar

De geschiedenis van de Hervormde Gemeente van Hollandscheveld begint in 1757, als meester Pieter Jans Steen zich vestigt als onderwijzer aan het Hollandscheveldse Opgaande. Zijn onderwijs is doorspekt met bijbelkennis en catechismus en hij krijgt een officiële aanstelling als oefenaar. Het verhaal van de gemeente en de lange strijd voordat er een kerk in de velden gebouwd kon worden, wordt elders beschreven. In deze studie gaat de aandacht uit naar het gebouw waarin de Hervormde Gemeente 's zondags verzamelt is, de grond waarop het staat en de bijzonderheden van de bijgebouwen en de grond er omheen. Al in 1804 was het de bevolking van het Hollandsche Veld duidelijk dat de grond op de kop van het Zuideropgaande, een zandkop in het voormalige veengebied, de plaats van hun kerk zou moeten worden. Daarbij zou de kerk een centrale plaats in de venen ten oosten van het dorp Hoogeveen krijgen, en bereikbaar zijn voor zowel de bevolking van het Hollandsche Veld als het Krakeel. ++++++++++ Die Geschichte der Reformierten Kirche von Hollandscheveld beginnt im Jahr 1757, als der Magister Pieter Jans Steen als Lehrer im Hollandsche Veld beginnt. Seine Lehre ist mit Bibelwissen und Katechismus gespickt und er bekommt eine offizielle Ernennung zum Katechizant. Die Geschichte um die Erbauung der Kirche wird an anderer Stelle beschrieben. In dieser Studie liegt der Fokus auf dem Gebäude, in dem sich die reformierte Gemeinde am Sonntag versammelt, dem Boden, auf dem sie steht, und die Details der Nebengebäude und das umgebende Land. Bereits im Jahr 1804 war es die Bevölkerung von Hollandsche Veld klar, daß das Areal auf der Spitze der Spitze des Zuideropgaande, ein Hügel im ehemaligen Torf, der Ort ihrer Kirche sein sollte. Darüber hinaus sollte die Kirche eine zentrale Stellung im Moor östlich des Dorfes Hoogeveen erhalten und erreichbar sein sowohl für die Bevölkerung vom Hollandsche Veld als auch Krakeel. +++++++++++

Op 1 november 1824 nam onderwijzer Geert Roelofs Raak de grond in erfpacht waarop later de Nederlands Hervormde kerk en de bijbehorende pastorie gebouwd zouden worden: "De ondergetekenden, Hoofd- en Mededirecteuren der Algemene Compagnie van de vijfduizend morgens te Echtens Hoogeveen, als direkteuren van de kerk en kerkengoederen te Hoogeveen, bekennen in en mits dezen, in erfpacht te hebben uitgedaan aan G.R.Raak, schoolonderwijzer te Hoogeveen, die door zijn medeondertekening bekend, van de eerstgenoemden op erfpacht te hebben genomen, twee percelen of hoekjes ondergrond, gelegen op de noordkant van Rechtuit, het ene groot drieëndertig roeden en drieëndertig ellen ten westen, en het andere groot zevenen veertig roeden ten oosten van de stege of Allee, lopende van het Zuideropgaande naar de school. Zwettende ten oosten aan de grond van Arend Egberts van de Weide, ten zuiden tot midden in het diep, ten westen Jan Hendriks Kats en ten noorden aan de zuidkant van de kerkenkavel, en zulks voor een jaarlijkse erfpacht ad. Vier gulden en negenen zeventig cent, 's jaars St. Martini verschijnende, waarvan het eerste jaar erfpacht zal komen te verschijnen op St. Martini achttienhonderd vijfentwintig." Als voornoemde grond rond 1830 op de kaarten van het kadaster wordt ingetekend, blijkt dat Geert de grond in gebruik heeft als landbouwgrond. Inmiddels heeft hij ook de oostelijke helft van het huidige park bij de kerk in erfpacht genomen. Dit is in 1830 nog heideveld. De over-dracht van deze grond vond plaats op 1 november 1826. Er werd gesproken over 'een hoekje ondergrond, gelegen op de zuidkant van de Kerkenkavelwijke, groot ruim dertig roeden, zwettende ten oosten aan de ondergrond behorende aan de kerk te Hoogeveen, ten westen aan de grond behorende aan de gemeenteschool in het Hollandsche Veld, ten zuiden aan de grond welke door de erfpachter ook van de Hoofd- en Mededirecteuren is op erfpacht genomen, en ten noorden aan de Kerkenkavelwijke en zulks voor een jaarlijkse erfpacht ad. Een gulden achttien en een halve cent, 's jaars op St. Martini verschijnende". Het contract werd, na het vastleggen van de gebruikelijke bepalingen over belastingen en betalingen ondertekend door Geert Roelofs Raak en de direkteuren: R.O. van Holthe tot Echten, Warner de Jonge, Warner Stoter, en H.J. Carsten.

Wat was Geert van plan met al deze grond? De grond was zeker al vanaf 1804 voor de bevolking van de velden het aangewezen punt waarop een kerk gebouwd zou moeten worden. Maar ook na de bouw van een kerk en de onvermijdelijke pastorie zou er nog veel grond over zijn. Dat was ook in 1826 te bedenken. Geert Roelofs Raak moet in zijn denken uit zijn gegaan van de toentertijd algemeen gangbare situatie van een kerkhof op de zuidzijde van de kerk. Een kerkhof (=kerktuin), bedoeld als begraafplaats. Bij de bouw van de nieuwe kerk, in 1851, is de kerk ook inderdaad zo op het perceel geplaatst, dat er ten zuiden van de kerk een flinke strook overbleef tussen de kerk en het Rechtuit. Ten noorden van de kerk was dit niet van belang, en daar werden later andere gebouwen geplaatst. De hof bij de kerk, is er gekomen volgens eeuwenoude traditie. Op de zuidkant, de zonkant. Maar deze kerktuin werd niet meer gebruikt voor het begraven van doden. Daarvoor werd andere grond gezocht. ++++++++++ Was war Geerts Plan mit all diesem Land? Der Boden war sicherlich seit 1804 für die Bevölkerung der Moore die vorgesehenen Stelle, an der eine Kirche gebaut werden sollte. Aber auch nach dem Bau einer Kirche und dem Presbyterium würde viel Boden übrig bleiben. Das wurde auch im Jahre 1826 überlegt. Geert Roelofs Raak muß bei seinen Überlegungen davon ausgegangen sein, daß ein Friedhofs auf der Südseite der Kirche angelegt würde. Ein Kirchhof (= Kirchgarten) als Friedhof gedacht. Während des Baus der neuen Kirche im Jahre 1851 wurde der Bau so auf dem Grundstück platziert, daß südlich der Kirche ein großer Streifen zwischen der Kirche und der Rechtuit übrig war. Nördlich der Kirche war das nicht wichtig und da wurden später andere Gebäude platziert. Das Friedhof bei der Kirche war alte Tradition. Auf der Südseite, der sonnigen Seite. Aber dieser Kirchhof wurde nicht für die Bestattung der Toten verwendet. Dafür wurde anderes Land gesucht. ++++++++++++++++

Een bouwarchief is niet voorhanden en alles wat we weten van de bouw op zich, moeten we halen uit de schaarse secundaire bronnen. We laten ons leiden door de kerk zelf. "Uit liefdegiften is deze kerk en pastory in den jare 1851 gesticht, onder toezicht van de heeren Mr.H.G.van Holthe tot Echten, Mr. A.H.Witsenborg, J.G.de Jonge, Hk. Berghuis, W.ten Oever, in commissie vereenigd." We lezen het op één van de beide gevelstenen op de voorkant van de kerk. Wat hielden deze liefdegiften in, en wie waren de mannen van de commissie? In 1849 deed Koning Willem II de toezegging, dat Hollandscheveld kon rekenen op een bedrag van f 600,- per jaar uit de kas van het Rijk, op voorwaarde dat men een zelfstandige gemeente, los van de Hervormde Gemeente van Hoogeveen ging stichten. Een commissie (de mensen van de gedenksteen) ging aan het werk en sloeg aan het cijferen. De commissie bestond uit één veldeling, Warner ten Oever, en vier grootgrondbezitters, hoofddirecteur en hoofdparticipanten van de Algemene Compagnie van de 5000 Morgen. Deze compagnie had nog rechten op de aan Geert Raak in erfpacht uitgedane grond. Opvallend is dat als bepaling in de erfpachtsbrief van Geert Roelofs Raak werd opgenomen, dat in geval de vererfpachters (de Hoofd- en Mededirecteuren) ten dienste van het kerkenfonds gebruik zouden moeten maken van de hoekjes grond, de erfpachter (Geert Roelofs Raak of eventuele rechthebbenden na hem) de grond weer zou moeten afstaan aan de Hoofd- en Mededirekteuren. Dit kerkenfonds beheerde 100 morgen veen en ondergrond in de gemeente Hoogeveen. Uit deze opbrengsten werd eveneens geld voor de kerk beschikbaar gesteld, en dit fonds (de hoofddirekteur en de hoofdparticipanten van de Algemene Compagnie van de 5000 Morgen) was dus in 1851 bij de bouw van de kerk weer eigenaar van de grond. Vandaar dus de namen van de grootgrondbezitters op de gevelsteen. Ze deden goed werk in de periode 1849-1851. Maar ze vertegenwoordigden ook de groep grootgrondbezitters die bijna 90 jaar lang kerkstichting in de velden hadden tegengehouden. In feite trokken ze een regelende rol naar zich toe, op het moment dat de kerk zou komen. Ze hadden zo een bevoogdende rol over de arbeidersbevolking en hun kleine bovenlaag, inclusief meester Geert Roelofs Raak, de mensen die tegen hun zin in de overheid en de kerkelijke besturen er van hadden doordrongen dat de kerk echt nodig was. ++++++++++ Bauarchiv ist nicht verfügbar und alles was wir über das Gebäude wissen, müssen wir aus den wenigen sekundären Quellen herleiten. Wir lassen uns von der Kirche selbst führen. "Uit liefdegiften is deze kerk en pastory in den jare 1851 gesticht, onder toezicht van de heeren Mr.H.G.van Holthe tot Echten, Mr. A.H.Witsenborg, J.G.de Jonge, Hk. Berghuis, W.ten Oever, in commissie vereenigd." Wir lesen diese Inschrift in einem der beiden Steine an der Vorderseite der Kirche. Was waren das für Liebesgaben und wer waren die Männer des Ausschusses? Im Jahr 1849 machte König Wilhelm II. die Zusage, daß Hollandscheveld auf einen Betrag von NLG 600 zählen könnte - pro Jahr aus den Kassen des Staates, sofern eine eigenständige Gemeinde, unabhängig von der Reformierten Kirche von Hoogeveen, gegründet wurde. Ein Ausschuß (die Personen auf dem Gedenkstein) ging an die Arbeit ging und fing an zu rechnen. Der Ausschuß bestand aus einem Veldeling, Warner ten Oever, vier Großgrundbesitzern, Geschäftsführer und Hauptgesellschafter der Algemene Compagnie van de 5000 Morgen. Dieses Unternehmen hatte die Rechte an dem von Geert Raak erbgepachteten Grund. Auffällig ist, daß in dem Erbpachtvertrag von Geert Roelofs Raak aufgenommen wurde, daß für den Fall, daß die Erbpächter (die Geschäftsführer und Hauptgesellschafter) vom Kirchenfonds Gebrauch machen sollten, dann der Erbpächter (Geert Roelofs Raak oder mögliche Anspruchsberechtigte) den Grund zurückgeben muß an die Geschäftsführer und Hauptgesellschafter. Der Kirchenfonds verwaltete 100 Morgen Torfmoor und Grund in der Gemeinde Hoogeveen. Aus diesen Einnahmen wurden auch Mittel für die Kirche zur Verfügung gestellt. Dieser Fonds (Hauptdirektor und die Hauptaktionäre der Algemene Compagnie van de 5000 Morgen) war somit im Jahr 1851 beim Bau der Kirche wieder Eigentümer des Grundstücks. Daher sind die Namen der Grundbesitzer auf der Gedenktafel. Sie vollbrachten gute Taten in der Periode 1849-1851. Aber sie stellen auch die Gruppe Grundbesitzer, die fast 90 Jahre lang einer Kirchstiftung entgegengewirkt hatten. Sie hatten eine regulatorische Rolle in der Zeit des Kirchenbaus. Sie hatten eine paternalistische Rolle bei der arbeitenden Bevölkerung und ihre kleine Oberschicht, einschließlich Master Geert Roelofs Raak, hatten sie überzeugt, daß die Kirche wirklich notwendig war. +++++++++++

De commissie rekende uit, dat voor de bouw van een kerk met pastorie f 13.400,- nodig was. Daarvoor had men dan wel een kerk met een toren en een klok in gedachten, iets wat in de toenmalige gemeente Hoogeveen nog niet bestond. De synode schonk in 1848, 1849 en 1850 jaarlijks f 2000,-. De provincie Drenthe schonk f 2000,- Koning Willem II offerde uit eigen fondsen een bedrag van f 500,-. Een collecte in de provincie en de gemeenten bracht f 961,27² op. Particulieren gaven samen nog een bedrag van f 3.008,27. Daarvan was ruim f 500,- bijeen gebracht door tussenkomst van ds.C.van Schaick, in de jaren 1832-1833 hulpprediker te Hollandscheveld, namens de Hervormde Gemeente van Hoogeveen. Rabijn M.L.Kan uit Coevorden zamelde geld in uit Joodse kringen, door middel van een uitgegeven preek. Dhr. G.B.van Duijl uit Delfshaven sloeg op inspiratie van ds.C.van Schaick aan het dichten. Het boekje 'Het Hollandsch Veld in Drenthe' werd over heel Nederland verspreid en leverde overal geld op. Het totaal van al deze liefdegiften was f 12.469, 54². Genoeg om met de bouw te beginnen. ++++++++++ Der Ausschuß errechnet, daß für den Bau einer Kirche mit Pfarrhaus 13.400 NLG benötigt würden. Dafür erhielt man dann eine Kirche mit einem Turm und einer Uhr, welche in der damaligen Gemeinde Hoogeveen nicht existiere. Die Synode schenkte 1848, 1849 und 1850 jährlich 2000 NLG. Die Provinz Drenthe schenkte 2000 NLG und König Wilhelm II. bot aus seinen eigenen Mitteln einen Betrag von NLG 500. Eine Sammlung in der Provinz und den Gemeinden brachte 961,27 NLG. Einzelpersonen gaben zusammen 3,008.27 NLG. Davon waren NLG 500, - durch Dr. C.van Schaick gesammelt worden, in den Jahren 1832-1833 Pfarrer zu Hollandscheveld im Namen der reformierten Kirche von Hoogeveen. Rabbi M. L. Kan aus Coevorden sammelt Geld aus jüdischen Kreisen durch eine veröffentlichte Predigt. Herr G. B. van Duijl aus Delfshaven fing auf Anregung von Dr. C. van Schaick an zu Dichten. Die Broschüre " 'Het Hollandsch Veld in Drenthe" wurde überall in den Niederlanden verteilt und lieferte Geld. Die Summe all dieser Liebesgeschenke war 12 469, 54 NLG. Genug, um mit dem Bau zu beginnen. +++++++++++++++

Voor de bevolking was de bouw van de kerk een zaak van bidden en werken. De Hoogeveense predikant ds.De Holl, namens de Hervormde Gemeente van Hoogeveen belast met de zorg voor de velden, leidde samen met Geert Roelofs Raak bidstonden in de school, nu het witte huis ten noorden van het park naast de kerk. Het eerste biduur werd gehouden op 16 mei 1850 en handelde over Mattheus 3:5. De bouw werd op 31 januari 1851 aanbesteed. "De eerste steen gelegd op den 12 mei 1851 door Mr.A.H.Witsenborg, namens de commissie", lezen we in de tweede gedenksteen in de voorgevel van de kerk. Er verrees in gewone lichtrode baksteen een bouwwerk in waterstaatsstijl, dat met zijn lengte-as op het oosten werd gericht. Er staan in Drenthe meerdere zogenaamde waterstaatskerken. Dit was een vrij algemeen bouwstijl in de 19e eeuw. In Nieuw-Buinen en Nieuw-Amsterdam staan kerken met zo op het eerste gezicht grote gelijkenis met de kerk te Hollandscheveld. Het torentje van Hollandscheveld, kan men op tal van andere kerken tegenkomen. Niet alleen de bouwstijl was dus vrij algemeen, zelfs het hele ontwerp van de kerk is niet origineel. Er stond in die dagen min of meer een soort basiskerk op papier, en dit basisontwerp kreeg al naar gelang de behoefte van streek waar hij gebouwd moest worden kleine aanpassingen. Voor de rest werden min of meer gelijke kerken gebouwd. Al beschrijvend hoe de kerk van Hollandscheveld er uit ziet, zal in feite aangegeven worden dat de waterstaatsstijl een kombinatie is van strakke lijnen, bogen en ronde vormen, waarmee een sober en niet al te duur gebouw neer te zetten is, dat door de visuele effecten meer suggereert dan het in werkelijkheid is, maar dat ondanks de soberheid en de kostenbesparingen een eigen schoonheid in zich draagt, dat velen weet te bekoren. ++++++++++++ Für die Bevölkerung war der Bau der Kirche eine Angelegenheit von Gebet und Arbeit. Der Hoogeveener Pastor De Holl sorgte sich im Namen der reformierten Kirche von Hoogeveen um die Gegebenheiten in den Mooren und hielt mit Geert Roelofs Raak Gebetstreffen in der Schule ab, dies ist jetzt das weiße Haus nördlich des Parks neben der Kirche. Das erste Gebetstreffen wurde am 16. Mai 1850 abgehalten und handelte von Matthäus 3:5. Der Bau wurde am 31. Januar 1851 begonnen. "De eerste steen gelegd op den 12 mei 1851 door Mr.A.H.Witsenborg, namens de commissie", lesen wir auf dem zweiten Gedenkstein vor der Kirche. Er entstand im bekannten rotem Backstein im Waterstaatsstijl, mit seiner Längsachse war nach Osten ausgerichtet. Es gibt mehrere in Drenthe sogenannte Waterstaatskerken. Dies war ein recht häufiger Baustil im 19. Jahrhundert. In Nieuw-Buinen und Nieuw-Amsterdam sind die Kirchen mit so auf den ersten Blick sehr ähnlich mit der Kirche in Hollandscheveld. Der Turm von Hollandscheveld, kann einem in vielen anderen Kirchen begegnen. Nicht nur die Architektur war daher durchaus üblich, auch das gesamte Design der Kirche ist nicht Original. Es gab in jenen Tagen mehr oder weniger eine Art Basis-Kirche auf dem Papier, und das grundlegende Design wurde nach den Bedürfnissen der Region angepaßt.. Mehr oder weniger wurden gleiche Kirchen gebaut. Alle beschreiben, wie die Kirche in Hollandscheveld aussieht. Der Waterstaatsstijl ist eine Kombination aus klaren Linien, Bögen und Kurven, die eine nüchterne und nicht zu teueres Gebäude zeigt. Durch visuelle Effekte wird mehr suggeriert als in Wirklichkeit da ist, aber daß durch die Nüchternheit und Sparmaßnahmen eine eigene Schönheit in sich trägt, welche viele zu bezaubern weiß. ++++++++++++++

Deze eigen definitie verraadt enige beeldgrapjes in de vormgeving en is meteen een liefdesverklaring voor dit prachtige gebouw. Mijn waardering voor de waterstaatskerk komt voort uit mijn eigen godsdienstige beleving. Ik ben voor kerkdiensten op zoek naar plaatsen waar ik niet alleen auditieve stiltes kan vinden, maar waar dan tevens ook een visuele rust aanwezig is, zodat ik mij kan richten op lied en gebed. De stem van de spreker in mijn oren, en de stem van God in mijn binnenste. Daarnaast zoek ik geschiedenis, feitelijke geschiedenis of in atributen gesymboliseerd verleden, gebeurtenissen die mij raken, en die mij en het voorgeslacht met elkaar verbinden. Dit alles is hier ruim aanwezig. In en rond dit gebouw, overal voel ik de adem van het verleden, de stiltes in het heden en de aanwezigheid van het Hogere. ++++++++ Diese eigene Definition verrät einige Bilderwitze in der Gestaltung und ist eine sofortige Liebeserklärung an dieses schöne Gebäude. Meine Wertschätzung für die waterstaatskerk stammt aus meiner eigenen religiösen Erfahrung. Ich bin für den Gottesdienst auf der Suche nach Orten, an denen ich nicht nur auditive Stille finden kann, aber wo auch ein visueller Rest vorhanden ist, so kann ich auf Gesang und Gebet zu konzentrieren. Die Stimme des Sprechers in meinen Ohren, und die Stimme Gottes in mir. Zusätzlich suche ich Historie, aktuelle Geschichte, Ereignisse der Vergangenheit die mich berühren und die mich mit meinen Vorfahren verbinden. All dies ist hier vorhanden. In und um dieses Gebäude, überall spüre ich den Atem der Vergangenheit, der Gegenwart und der Stille und die Gegenwart des Höheren. +++++++

Op 26 december 1851 werd de kerk ingewijd door ds.C.van Schaick, naar aanleiding van I Samuël 12:24. De feestrede werd nog in 1852 uitgegeven. In 1989 volgde een heruitgifte. Het eerste in de kerk gezongen lied, was: 'Hoe zalig is het volk, dat naar uw klanken hoort', zo zegt een overlevering. Geert Roelofs Raak had dit lied jaren tevoren als in een droombeeld horen zingen, toen hij over de zandhoogte liep, waar later de kerk zou verrijzen. Dit droombeeld kan op een door Geert Roelofs Raak doorgegeven verhaal terug gaan, maar dat dit lied als eerste in de kerk werd gezongen, daaruit blijkt niets uit de inwijdingsdienst. Het eerste lied tijdens de inwijdingsdienst was, volgens de uitgegeven feestrede, Psalm 103 vers 1: "Loof, loof den Heer, mijn ziel met alle krachten." Hoe dan ook, de overlevering zal ergens een grond hebben, maar op welke wijze het daarin genoemde lied met de geschiedenis van de kerk in verband staat, is niet meer na te gaan. +++++++++ Am 26. Dezember 1851 wurde die Kirche durch .C. van Schaick geweiht in Anlehung an I Samuel 12:24. Die Festrede wurde noch in 1852 veröffentlicht. Im Jahr 1989 folgte eine Neuauflage. Das erste Lied, was in der Kirche gesungen wurde, " 'Hoe zalig is het volk, dat naar uw klanken hoort'", sagt eine Überlieferung. Geert Roelofs Raak hatte dieses Lied Jahre vor in einem Traum singen gehört, als er über die Sandhöhe lief, wo später die Kirche stehen würde. Dieser Traum könnte auf eine Geschichte von Geert Roelofs Raak zurückgehen, denn es ist nirgends überliefert, daß dieses Lied als erstes gesunden wurde. Das erste Lied bei der Einweihung war, gemäß der veröffentlichten Festrede, Psalm 103, Vers 1: " Loof, loof den Heer, mijn ziel met alle krachten."" Auf jeden Fall wird die Überlieferung einen Grund haben, aber auf welche Weise das darin gennannte Lied mit der Geschichte der Kirche verbunden ist, ist nicht mehr zu überprüfen. +++++++++++++

De kerk was zo'n centrale plaats in de streek, dat naar Hoogeveens voorbeeld s' zondags na de kerkdienst buiten de kerk mededelingen afgelezen werden. We vinden deze gewoonte onder meer terug in de notulen van de Vereniging Hollandscheveld van de vergadering van 23 november 1866, waar besloten werd '.....bij de kerk af te laten lezen wanneer vergadering zal gehouden worden.' Daarmee is tevens aangegeven, dat de kerk een centrale functie had, welke uitsteeg boven het belang van de Hervormde Gemeente. Het was toen al een centrum van de streek, het centrale punt in een uitgestrekt veld zonder ander middelpunt, midden tussen de lintbebouwing langs de kanalen. Wat betreft de bouwgeschiedenis, valt er uit deze periode niet veel te melden. Interessant wordt het weer in het begin van de 20e eeuw. +++++++ Die Kirche war wie ein zentraler Ort in der Region, wo nach dem Vorbild Hoogeveens Sonntags nach der Kirche Ankündigungen vorgelesen wurden. Wir finden diese Gewohnheit unter anderem bereits in den Protokollen der Vereniging Hollandscheveld der Sitzung vom 23. November 1866, die beschlossen haben "..... bei der Kirche zu lesen, wenn Treffen stattfinden werden." Dies zeigt auch, daß die Kirche eine zentrale Rolle, die über die Interessen der reformierten Kirche hinausging, hatte. Es war schon ein Zentrum der Region, der zentrale Punkt in einem weiten Moor ohne ein weiteres Zentrum, mitten zwischen den Entwicklungsbändern entlang der Grachten. Hinsichtlich der Baugeschichte gibt es aus dieser Zeit nicht viel zu berichten. Interessant wird es erst wieder zu Beginn des 20. Jahrhunderts. +++++++++++++

In 1901 werd er een vergaderzaal achter de kerk gebouwd. Deze was nodig, om het nieuw opgestarte verenigingsleven op te kunnen vangen. In 1896 werd de Christelijke Jongemannen Vereniging 'Gideon' opgericht. De jongemannen van Gideon hadden vergaderruimte nodig, waarin ze met de Schrift bezig konden zijn en in een gezellige sfeer serieuze onderwerpen konden bespreken. Op 28 november 1901 werd door Leffert Johan Boersma, de zoon van ds. Gerrit Boersma, de eerste steen gelegd voor de vergaderzaal achter de kerk. Een beschadigde gevelsteen in het gebouwtje herinnert eraan. De 'metselaar' van de eerste steen was 25 juni 1898 geboren, en tijdens zijn daad nog maar drie jaar en vijf maanden oud. De jongemannen van Gideon zetten zich flink in voor het nieuwe gebouw, en verzetten zoveel werk bij de bouw, dat ze de zaal voortaan voor niets zouden mogen gebruiken. Wat de bouw van het zaaltje architectonisch betekende, zien we als we het achterste gedeelte van de kerk en de bijgebouwen gaan bespreken. In 1910 is er ook het één en ander aan de kerk veranderd. Het huidige orgel werd opgebouwd (de orgelgeschiedenis wordt apart beschreven) en er werd tevens in de kerk nogal wat veranderd. +++++++++++ Im Jahr 1901 wurde ein Versammlungssaal hinter der Kirche gebaut. Dies war notwendig für das neuentstandene Vereinswesen zu bewältigen. Im Jahr 1896 wurde die Christelijke Jongemannen Vereniging 'Gideon' gegründet. Die jungen Männer von Gideon brauchten Tagungsräumlichkeiten, wo sie sich mit der Schrift beschäftigen konnten und in einer gemütlichen Atmosphäre ernsthafte Probleme diskutieren konnten. Am 28. November 1901 wurde durch Leffert Johan Boersma, der Sohn von Gerrit Boersma, der Grundstein gelegt für den Sitzungssaal hinter der Kirche. Ein beschädigter Ziegel in dem Gebäude erinnert daran. Die Mauer des ersten Steins wurde geboren am 25. Juni 1898, und während seine Tat nur drei Jahre und fünf Monate alt. Die jungen Männer von Gideon setzten sich schnell in das neue Gebäude, und widerstehen so viel Arbeit in das Gebäude, die Halle, sie würden künftig nicht erlaubt zu benutzen. Da der Bau der Halle architektonischen gemeint, sehen wir, wenn wir die Rückseite der Kirche und Nebengebäuden zu diskutieren. Im Jahr 1910 gibt es auch eine Sache der Kirche verändert. Die vorliegende Orgel gebaut wurde (die Orgel Geschichte wird separat beschrieben) und es gab auch erhebliche Veränderungen in der Kirche.

(Quelle: http://members.home.nl/albertmetselaar/hervkerk.htm )